Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Gasloze tijd gaan we voelen

Gevolgen einde gaswinning Zo ingrijpend als de introductie van aardgas wordt het niet. Maar ieder huishouden in Nederland zal met het einde van de gaswinning in Groningen te maken krijgen. En wat gaat gaswinner NAM doen?

Foto Koen van Weel/ANP

Bijna zestig jaar nadat er gas werd gevonden op het land van boer Boon in Kolham is het eind van de gaswinning in Groningen in zicht. Uiterlijk in 2030 komt er geen gas meer uit de grond. De komst van het aardgas in de jaren zestig was een omwenteling voor de Nederlandse samenleving. Dat betekent niet dat het afscheid van Gronings gas even ingrijpend zal worden. Het is vooral een stap in de grote omschakeling naar duurzame energie. Maar iedereen krijgt er wel mee te maken.

Alle huishoudens

Bijna iedereen die de komende jaren een nieuwbouwhuis koopt, zal een huis gaan bewonen zonder aardgas. De regels liggen er. De gas-aansluitplicht voor nieuwbouwwoningen komt te vervallen, en in 2020 gelden nieuwe normen voor duurzaam bouwen. Maar de meeste bestaande woningen houden hun cv-ketel en het gasfornuis nog wel een tijdje. Het kabinet herhaalde donderdag nog eens zijn doelstelling om 30.000 tot 50.000 bestaande huizen per jaar aardgasvrij te maken. Maar dat tempo wordt pas in 2021 gehaald. Die huizen krijgen dan een warmtepomp of een aansluiting op een warmtenet. Pas na deze kabinetsperiode moet dat tempo omhoog naar 200.000 woningen per jaar. Het zal zo nog wel enkele decennia duren voor de zeven miljoen Nederlandse huishoudens definitief van het gas af zijn.

Lees ook: “Een echt keerpunt”, noemt de minister het. De gasproductie gaat naar nul

Huishoudens gaan het afscheid van Gronings gas ook merken aan de gasrekening, maar die kosten blijven voorlopig beperkt tot die van een cappuccino. De komende vier jaar wordt een nieuwe stikstoffabriek in Zuidbroek gebouwd (350 à 650 miljoen euro), en moet het gasnet worden aangepast om industrieën en elektriciteitscentrales aan te sluiten op het netwerk voor niet-Gronings gas (55 à 200 miljoen euro). Deze kosten komen voor rekening van burgers en het bedrijfsleven.

Voor huishoudens liggen de extra kosten voor de stikstoffabriek op zo’n 2 euro per jaar, zei minister Wiebes donderdag. Dat is niet veel. Maar de stikstoffabriek en de aanpassingen aan het gasnet zijn zeker niet alle kosten voor de samenleving. De Nederlandse staat zal ook meebetalen aan de schade in Groningen. Tegelijkertijd zijn de aardgasbaten grotendeels verdampt: van 15 miljard euro in 2013 naar 2 miljard nu.

De grote bedrijven

Minister Wiebes heeft wel tegen de Groningers gezegd dat hij hen allemaal nodig heeft om alle problemen op te kunnen lossen. „Die gedachte zou hij ook wat vaker in de richting van de grote bedrijven mogen uitdragen”, zegt Hans Grünfeld die als directeur van de VEMW de grootgebruikers van Gronings gas vertegenwoordigt. „Wiebes heeft de ambitie om in zeer korte tijd een grote verlaging te realiseren. Dat moet dan wel op een zorgvuldige manier gebeuren.”

De snelle reductie van donderdag is niet de eerste verrassing van de minister voor de industriële grootverbruikers. Wiebes heeft eerder dit jaar 170 bedrijven aangeschreven die veel gas uit Groningen gebruiken. Alleen al de grootste acht afnemers nemen 2,3 miljard kubieke meter aardgas per jaar af. Inzet is dat alle 170 grootverbruikers in 2022 geen Gronings gas (met relatief veel stikstof) meer gebruiken. Dat scheelt maar liefst 5,8 miljard kuub, in totaal.

Wiebes waardeert „het getoonde begrip en de grote welwillendheid” bij die bedrijven die veel Gronings gas gebruiken, zo schrijft hij aan de Tweede Kamer. Hij realiseert zich dat zij voor grote kosten komen te staan. Tegelijkertijd laat hij – al of niet tussen de regels door – blijken dat de bedrijven niet aan de transitie kunnen ontsnappen. Goedschiks, anders kwaadschiks. Zo onderzoekt Wiebes de mogelijkheid om voor onwilligen extra belasting te heffen. Verder bekijkt of „bij een onwillige opstelling” de levering van Gronings gas aan grootgebruikers kan worden uitgesloten. Op de voorlaatste bladzijde van zijn lange Kamerbrief maakt Wiebes zelfs concreet hoe zo’n afsluiting in het uiterste geval plaatsvindt. Met een monteur die desnoods toegang tot het gebouw moet „forceren met behulp van een functionaris met doorzettingsmacht”.

Grünfeld toont zich niet onder de indruk van de harde taal. „De minister is gebonden aan Europese regels en hij kan niet zomaar bedrijven zonder vergoeding afschakelen. Ook op dit punt is zorgvuldigheid van belang.”

Het klimaat

Milieuorganisaties reageerden donderdag opvallend verdeeld. „Op deze manier houden we onze gasverslaving nog tot 2050 in stand”, reageerde Milieudefensie. „Dat is niet goed voor het klimaat.” Twee minuten later kwam de reactie van Greenpeace binnen: precies het tegenovergestelde. „We zijn blij dat het kabinet inziet dat de Groningers en het klimaat belangrijker zijn dan de belangen van de NAM.”

Het ligt voor de hand dat de afbouw van de gaswinning in Groningen positief is voor het klimaat, zeker op de wat langere termijn. Huishoudens installeren zuinige of gasloze warmtepompen, kassen gaan aardwarmte ‘stoken’, en er zullen industrieën zijn die hun ombouw naar niet-Gronings gas aangrijpen om ook hun totale gasverbruik te verminderen of zelfs te stoppen. Daarnaast kan Wiebes’ besluit een voorbeeldfunctie hebben voor andere aardgaswinningen. In Groningen blijft winbare fossiele brandstof in de bodem. Dat is een economische keuze die voor het klimaat essentieel is.

Maar Milieudefensie heeft ook een punt: industrieën en huishoudens in Nederland en buurlanden die de komende jaren overstappen op niet-Gronings gas, worden niet vanzelf duurzamer. Sterker nog: er zal meer gas uit het buitenland worden geïmporteerd. Russisch gas schaadt het klimaat naar schatting 30 procent meer dan Nederlands gas. Ook bij vloeibaar aardgas (lng), dat per schip wordt aangevoerd, is de milieubelasting groter.

De NAM

Wiebes’ talent voor understatement kent geen grenzen, zo bleek maar weer eens nadat hij werd gevraagd naar de reactie van gaswinner de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). „Ik denk niet dat de vlaggen uitgaan.”

De bewindsman is op dit moment met Shell en ExxonMobil, de eigenaars van de NAM, in overleg over de gevolgen van de voorgestelde productiebeperking in Groningen. Want als de productie substantieel omlaag gaat, lopen de verdiensten voor beide olie- en gasbedrijven snel terug. En gezien de miljarden euro’s aan kosten waar de NAM voor komt te staan vanwege de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie, is het een serieuze vraag hoe lang het Groningse gasveld nog winstgevend is.

Lees ook: De Groningers vinden het besluit ‘alleen maar mooi’

Tegelijkertijd blijft er veel gas in de Groningse grond. Wiebes gaat ervan uit dat 10 tot 15 procent achterblijft. Anders geformuleerd: dat zou nog goed zijn voor 25 jaar lang een productie van 12 miljard kubieke meter. „Dat gaan we niet doen”, zei Wiebes er droogjes achteraan.

Het hete hangijzer: krijgen Shell en ExxonMobil voor dat niet-gewonnen gas een vergoeding? Wiebes was duidelijk. „Mijn inzet is dat er geen schade wordt vergoed voor het gas dat in de bodem blijft zitten.” Of die inzet gerealiseerd wordt, hangt vooral af van de afspraken die de NAM en de staat hier ooit over hebben gemaakt.

De NAM hanteert sinds de commotie na de beving in Zeerijp begin dit jaar strak de lijn ‘wij volgen de minister’. Het winningsbedrijf reageerde donderdag met een kalme reactie. Het benadrukte dat de gaswinning uit Groningen „Nederland veel welvaart heeft gebracht maar tegelijkertijd ook een keerzijde kent voor de Groningers”, en schreef dat het kabinetsbesluit van belang is „voor de energietransitie”.

Anderzijds is het geen geheim dat het bedrijf „geen charitatieve instelling” is, zoals directeur Gerald Schotman het vaak verwoordde. Een dalende productie verlaagt de opbrengsten en voedt de speculatie over een exit en schadeclaims van de twee aandeelhouders. Tegelijkertijd zullen Shell en ExxonMobil niet ongevoelig zijn voor mogelijke imagoschade: een juridische strijd zal na al het leed van de aardbevingen de populariteit niet vergroten.